vrijdag 18 december 2009

Die onbekende weg

Die weg.. Welke weg? Hoe? Wat? Waarom?
De liefde is...
Het hart is verloren, overweldigd,... Waarom?
Muziek maakt klanken in je hoofd. Er speelt een deuntje, een gevoel komt ineens, verdoofd voel je iets, wat is het? Waarom? Waar? Chemisch gevoel? Of toch een ziel? Of een hart? Is het enkel een orgaan of is er zoveel meer? Een golf van iets sterks dat ergens van komt, een golf immense verlangens naar het al even onbekende.. Sterke krachtige stromen, wat zijn ze? Een gevoel, dat als het ware hetzelfde beeld heeft als de warmte die uit de wegen naar boven stijgt op hete zomerdagen.. Of de glinsterende verse sneeuw waar elk minimaal deeltje een eigenschap heeft, mathematisch uitgerekend... Is het dan uit te rekenen? Is er een beeld dat de gelijkenis kan aantonen met wat een mens kan voelen?
Die weg van de onzekerheid. Onzeker omdat niets verklaring geeft, maar dan ook NIETS. Een rode roos heeft rood-fluwelen blaadjes, de zon straalt warmte uit, de sneeuw is wit en glinstert, de zee golft en beschrijft diepe stromen, maar niets verklaart de liefde. En als er niets is dat de liefde kan beschrijven, dan is er niets dat het leven kan beschrijven. Nog steeds komt de vraag: wat is liefde? Is liefde het leven of is liefde een deel van het leven? Wat komt eerst? Ik veronderstel dat dit de vraag zal blijven op mijn onbekende weg naar de toekomst... Wie weet komt het antwoord op een dag... Ofwel komt het nooit... Maar ik beloof u, het wordt onderzocht!

zaterdag 12 december 2009

el mar

Iemand schreef gisteren 'goede start' op mijn blog :) Het is namelijk al een jaar geleden dat ik nog geschreven heb. Die anonieme persoon wilde me waarschijnlijk doen beseffen dat ik terug moet schrijven: bij deze...
Ooit moesten we in de les Frans in het middelbaar een citaat schrijven dat begon met: "La vie est.."
Het mijne werd verkozen als mooiste (een beetje fierheid in het leven mag wel)en luidt: "La vie est comme la mer, avec ses profondeurs, ses vagues et sa beauté."
Al sinds jaar en dag heb ik een immense liefde voor de zee: ze krijgt mij stil, doet me nadenken over het leven, geeft me een gevoel van vrijheid, ik voel dan ZOVEEL liefde voor moeder aarde. De zee doet me goed voelen, maar tegelijkertijd weemoedig en droevig omdat de zee een metafoor is voor het oneindige water naar de zee dragen dat mensen continue doen in hun leven en voor de onzekerheden die er zijn in het leven.
De dieptes zijn er en die kunnen heel diep gaan: gewoon in het donkere blauw spartelen en zwemmen, niet meer weten waar boven of beneden is, enkel nog één grote blauwe vlakte, vaag, drukkend, claustrofobisch en verstikkend.
De golven zijn er wanneer men in een stroomversnelling terecht komt, een omhoog trekken uit de dieptes. Leuk maar gevaarlijk want op een golf drijven is zalig, maar als die golf teveel kracht heeft, trekt ze u snel de dieperik weer in. Terug naar af. Kleine golfjes zijn de vrolijke zachte momenten, die de hevigheid van gevoel op neutrale manier zien. Tsunami's trekken je tegen een muur die knal op uw gezicht kan kletsen. Weerslagen. Geef mij maar een rustige zee zonder storm, zonder onderstroom, zonder golven... Het is misschien saai, maar het is rustgevend, kalm, sereen.
De schoonheid van de zee is verraderlijk. Het is een prachtig iets, breed, oneindig, subliem maar o wee schoonheid kan zo gevaarlijk zijn. Je gaat er in op maar het kan ineens keren, de monsters kunnen van binnenuit naar boven komen en je kleren aan flarden scheuren.
De zee, mijn eeuwig mysterieuze en duistere idylle..

donderdag 1 januari 2009

tekst van december 2008

Het niemandsland of Het eenzame pad van het leven

Soms wil je iets vastgrijpen,je grijpt ernaar maar het glipt altijd van tussen je vingers weg. Tijd brengt raad maar zorgt ook voor lege handen die zich langzaam terug vullen. Maar voor je het weet zijn ze weer leeg.
Soms heb je je handen vol, maar voelt het als een heet ijzer, dat je snel weer wil loslaten. Soms smelt het vastgenomen ding weg, soms rot het, soms wordt het eruit gerukt, net op het moment dat je het eigenlijk zou willen koesteren, soms valt het maar is het onmogelijk terug op te rapen omdat het glibberig is, soms vliegt het weg en probeer je ernaar te springen om het terug te grijpen, maar je bent net niet groot genoeg er aan te kunnen, je zoekt naar oplossingen het terug te vatten, maar het verwijdert zich centimeter per centimeter verder van je weg… En niets kan het veranderen..Je blijft achter met lege handen, maar met een enorm vol hoofd, vol spoken die proberen je wandeling te belemmeren. Struikelen, vallen, opstaan. Soms blijf je na het struikelen even liggen omdat een appelflauwte de voortzetting van je tocht belemmert, het doet pijn. Soms loop je tegen een boom en blijf je met je kraag aan die boom hangen. Je probeert je los te rukken, maar je scheurt een stuk van je geheel en dat kapotte stuk moet hersteld worden. Soms is er die put… Die put kan bestaan uit drijfzand: je probeert er uit te geraken, maar je zakt dieper en dieper zonder naar adem te kunnen happen. Soms bestaat de put enkel uit zand, maar het is moeilijk er uit te geraken omdat je altijd opnieuw erin schuift en geen vat hebt en niets kan grijpen van ware substantie. Soms bestaat de put uit losse stenen. Je geraakt eruit maar niet zonder blutsen, want de stenen brokkelen op je hoofd. Soms is er die helpende hand die je een ladder aanreikt, maar dit enkel sporadisch, want op zo een momenten bevind je u in een niemandsland waar je er alleen voor staat: énkel symbolische objecten bestaan in dit land, voor de rest zand, stenen en stilte en af en toe betekenisvolle muziek die je helpt je te focussen op je odyssea of die je de concentratie even ontneemt en je zo terug in je put valt. Soms kan een stem je de tocht zwaarder maken. Eens je terug een sterkte hebt bereikt, kom je terug in je wereld, maar daar zie je niets anders dan mensen die elk hun eigen niemandsland bewandelen. Sommigen komen nooit meer terug en anderen komen terug als jij je in jouw niemandsland bent. Probeer dan maar eens een levensgezel te vinden die samen met jou die wegen wil bewandelen en er volledig toe in staat is je een ladder te geven, ondanks het feit dat je die niet nodig hebt, je kan het zelf wel. En dat is wat een mens nodig heeft: eigen kracht maar een hand die er is als steun, kracht en hulp. En als jij als niemands-landsbetreder de andere ook jouw hand reikt als hij zich in zijn niemandsland bevindt. Maar wees gewaarschuwd, soms kan je denken in de realiteit te leven, je voelt een roes van geluk, maar in feite leef je in een fata morgana van je niemandsland. Na je fata morgana word je dan wakker in je niemandsland, met een kater. Het niemandsland zit vol valstrikken, maar de realiteit ook. Bepaalde feiten wijzen op die valstrikken: een gevoel van leegte bijvoorbeeld… Leg je ook niet te snel neer in je niemandsland, blijf er niet liggen, ga door, want als je blijft liggen, komen er gieren, leeuwen en schorpioenen je aanvallen, die je ogen uitpikken, je vlees opvreten of je vol gif spuiten en zo geraak je geen stap meer verder en is het te laat. Dus stap verder en de zon zal schijnen eens je de duisternis van je pad in je niemandsland met fiere tred bewandeld hebt, wees er maar zeker van, dat de volgende keer je niemandsland er anders zal uitzien dan de laatste keer, maar vergeet nooit dat je de vorige keren altijd terug de zon zag schijnen.